Stridulatie-orgaan:
|
Richels met bijbehorende tand(jes) voor geluidproductie; kan zich op verschillende plaatsen bevinden op cheliceren,
palpen, poten, abdomen en carapax. |
Subadult: |
Bijna volwassem; laatste stadium van volwassenheid. |
Synoniem:
|
Eén, twee, drie of meer weterschappelijke namen die gebruikt worden om de zelfde taxon te benoemen. Het senior synoniem
is de als eerste geplubliceerde naam. |
Tarsus: |
(mv. tarsi) Laatste (meestal
distale) poot- of palplid. |
Taxon:
|
Een taxonomische eenheid; dit kan een soort zijn maar ook een genus, een familie, enz. |
Taxonomie: |
De theorie en praktijk met het classificeren van organismes. |
Thorax:
|
Deel van het cephalothorax (kopborststuk) achter het kopdeel, hiervan is gescheiden door een ondiepe groeve. |
Tibia: |
(mv. tibea) Vijfde pootlid,
tellende vanaf het lichaam. |
Tracheeën:
|
Voor ademhaling dienende buizen met lucht in het lachaam met bij spinnen openingen aan de onderkant van het abdomen. |
Trichobothrium:
|
(mv. trichobothria) Lange dunne
zintuighaar die bijna verticaal oprijst uit een putje op bijv. een poot. Trichobothria detecteren luchttrillingen en -stromingen. |
Trochanter: |
Tweede poot- of palplid tellende vanaf het lichaam. |
Ventraal: |
Aan de onderkant. |
|