Embolus:
|
Structuur van de ♂-palp met de opening waardoor het zaad bij de paring
naar buiten komt; hij kan erg klein, lang, zweepvormig of opgerold zijn en is soms opgedeeld in verschillende structuren. |
Entelegyn:
|
Behorende tot die groep van spinnen waarbij het volwassen vrouwtje een epigyne heeft. |
Epigastraal gebied: |
Gebied aan de onderkant van het abdomen vóór de epigastrale groeve. |
Epigastrale groeve: |
Een groeve die de onderkant van het abdomen verdeelt in een voorste deel ( met epigyne en boeklongen) en achterste
deel. |
Epigyne:
|
Een min of meer gesklerotiseerde en gemodificeerde uitwendige structuur aan de onderkant van het ♀-abdomen die de geslachtsopeningen bevat. |
Exoskelet:
|
Het harde uitwendige panser van chitine, dat alle arthropoden hebben. |
Gifklauw: |
De klauw aan het uiteinde van de cheliceren, die de opening bevat waardoor het gif naar buiten komt. Net als bij een
naald. |
Femur: |
(mv. Femora) Derde pootlit
tellende vanaf het lichaam. |
Feromoon:
|
Een chemische stof die in zeer kleine hoeveelheid wordt uitgescheiden en die bij een aan dier (vaak de andere sekte)
een bepaald gedrag oproept. |
Folium:
|
Een patroon boven op het abdomen dat nogal breed en bladvormig is. |
Fovea:
|
Korte midden over het thoraxdeel van het carapax verlopende groeve, waar inwendig de maagspieren aan gehecht zijn. |
Gesklerotiseerd: |
Zie skleriet. |
Haplogun:
|
behorende tot de groep spinnen, waarvan het vrouwtje geen epigyne heeft. |
Hartvlek:
|
Boven het hart gelegen langwerpige vlek vooraan in het midden op de bovenkant van het abdomen. |
Hulpklauwtjes:
|
Bij sommige spinnen aanwezige gezeefde verdikte haren bij de echte klauwtjes. Ze worden soms gebruikt als een extra
paar handjes. |
Kop:
|
Voorste deel van het cephalothorax (kopborststuk) dat de ogen draagt, een ondiepe groeve vormt achteraan de grens mat
de thorax. |
Labium:
|
Lip; gelegen onder de mondopening er tussen de maxillae en vastzittend aan de voorkant van het sternum. |
Lateraal: |
Aan de zijkant. |
Maxilla:
|
De monddelen ter weerzijde van de labium, die de gemodificeerde coxae ban de palpen zijn. |
Mediaan: |
in het midden of op de middenlijn. |