Hart:	Iedereen weet wat een hart doet, en dat geld dus ook voor de spin. Het ziet er alleen een anders uit. Maar dat komt omdat het achterlijf kleiner is dan die van de mens.
Darmen:	De overblijfselen van het voedsel moet ergens blijven. En in de Darmen worden de resten van het voedsel verteerd, tot dat er echt helemaal niks meer aan voedingstoffen erin zit.
Rugschild:	De functie van de rugschild is om de abdomen (achterlijf) te beschermen. Maar het kanook uitzetten. Dat komt dan door het voedsel en bij de vrouwtjes als ze gepaard hebben en er worden eitjes geproduceerd.
Ovarium:	Daar worden volgens mij de eitjes gemaakt en bevrucht. Dat weet ik alleen nog niet helemaal zeker.
Spinklieren:	Hier worden de stoffen voor het spinsel gemaakt.
Anus:	Wat er in komt moet er ook weer uit. En het komt dus bij de anus er weer uit.
Spintepels:	Hier worden de stoffen die gemaakt zijn voor het spinsel bij elkaar gemengt en kan de spin webben en cocons (eizakjes) makken. En kunnen ze hun prooi er mooi mee inpakken.
Trachee:	Dat zijn buisjes waar de spin door ademd.
Epigastrale Groeve:	Dat is een groeve die de abdomen (achterlijf) verdeeld in twee groepen. Namelijk; in een voortse deel (het vrouwelijk geslachtorgaan en de boeklongen) en in een achterste deel (de rest van de organen).
Longplooi:	De longplooit neemt zuurstof op.
Boeklong:	De zuurstof komt via de tracheën binnen en word via de boeklongen aan het bloed afgegeven.